De zeven vette en de zeven magere jaren
Na jaren waarin er meer geld naar het hoger onderwijs ging, is de tendens nu anders. Het worden magerder jaren. Deels door demografische ontwikkelingen, deels door minder (incidentele) gelden, en deels door strakkere bedrijfsvoering. Concreet zie ik dat nu al om me heen, ook vanuit mijn functie bij het CNV. Tijdelijke contracten worden niet verlengd, het mes gaat in de uitgaven, en formaties worden strakker gemaakt voor komend collegejaar.
Als je rondloopt op de hogeschool, is een terugkerend thema de werkdruk
Dat er opnieuw gekeken wordt naar de uitgaven, is niet verkeerd. Het waren soms ook wel wat ruime tijden, financieel gezien. Wel moeten we mijns inziens twee dingen in ogenschouw nemen:
Werkdruk medewerkers
Ondersteuning van studenten
Kortom: het welzijn van deze twee groepen.
Werkdruk
Als je rondloopt op de hogeschool, is een terugkerend thema de werkdruk. Dit is geen ervaren werkdruk — hij is daadwerkelijk hoog. Ik zie dit als een pijnpunt voor de komende jaren. Een toenemende werkdruk, terwijl uit iedere cao-uitvraag blijkt dat deze al hoog is, zal leiden tot meer verzuim.
Juist in tijden die, zoals nu, spannend zijn — sla maar een krant open — is het belangrijk oog te houden voor onze generatie Z die bij ons studeert. Wij hebben daarin ook een zorgplicht. Het is soms lastig om de resultaten van de kwaliteitsgelden en NPO-gelden tastbaar te maken. Toch merk je dat we in het hbo een betere infrastructuur hebben opgebouwd om studenten tijdiger en effectiever te ondersteunen en te helpen. Ik merk dat er snel wordt gekort op kwalitatieve studentenuren — of je het nu studieloopbaanbegeleiding, leerteam, intervisie of anderszins noemt. Buiten natuurlijk de verdere ondersteuning die de laatste jaren juist is opgetuigd voor studenten, en waarvan wij als medewerkers ervaren dat dit een positieve uitwerking heeft gehad.

Zeven magere jaren
Zeven magere jaren... Laten we er met elkaar aan werken dat de werkdruk én het welzijn van de student en de medewerker daar niet de dupe van worden. Hoe? Dat lijkt me geen rocket science. Wij als docenten met de voeten in de klei weten vaak goed waar het nodig is dat er wat meer uren naartoe gaan — en waar het wel wat minder kan. Laten we proactief de handschoen oppakken om dit te signaleren. En laten we dit bottom-up gaan oplossen in plaats van top-down. En laten we, als straks de volgende zeven vette jaren aanbreken, iets minder potverteren.

Luc Van Dijk-Wijmenga
Communicatiedocent en coördinator Exchange, Erasmusprojecten en minor International Communication