
Melline Vooijs
Programmaregisseur en docent-onderzoeker
Programmaregisseur en docent-onderzoeker
‘Ik heb de Academische Pabo gevolgd op Iselinge Hogeschool en daarnaast vakken gevolgd van de premaster onderwijswetenschappen. Dat maakt dat je op een andere manier gaat nadenken over onderwijs; het geeft verdieping. Toen ik klaar was met de pabo-opleiding, ben ik in deeltijd de Master Onderwijswetenschappen aan de Open Universiteit gaan doen en daarnaast in deeltijd gaan werken. Iselinge bood mij de kans om te gaan lesgeven aan eerstejaars pabo-studenten en die kans heb ik met beide handen gegrepen. Van een dag in de week werd het al snel drie dagen per week.’
Tien jaar later is ze docent-onderzoeker én programmaregisseur voor de associate degree Pedagogisch Educatief Professional. ‘Als programmaregisseur ben ik grotendeels verantwoordelijk voor deze opleiding. Van werving en voorlichting tot de roostering, en van bijvoorbeeld docentenoverleggen tot kwaliteitszorg. Heel breed dus en precies dat vind ik er zo leuk aan. Het vraagt een helicopterview.’ Naast deze onderwijskundige taken en het lesgeven, deed ze zes jaar lang onderzoek. ‘In de Academische Werkplaats werk je samen met studenten en het werkveld aan bepaalde thema’s, denk aan hoogbegaafdheid.’
Nu ze een jong gezin heeft, deelt ze haar tijd wat anders in en is ze gestopt met het onderzoek doen. ‘Dat vind ik erg fijn van het werken op de hogeschool, dat je eigenaarschap hebt over je eigen werkzaamheden. Afwisseling heb ik nog steeds genoeg, want naast het lesgeven aan alle jaarlagen ben ik studiecoach en zit ik in de MR.’ Wat geeft haar de meeste energie? ‘Eigenlijk juist de kans om met al die verschillende dingen bezig te zijn. De combinatie van aan de ene kant voor de klas staan en met studenten werken en aan de andere kant de onderwijskundige taken. Ik vind het heel mooi om te zien hoe de studenten groeien en hoe je een stukje kunt bijdragen aan hun (zelf)vertrouwen.’
Iselinge is een kleinschalige hogeschool. ‘Dat is heel overzichtelijk. De lijntjes zijn kort, zowel met collega’s als met de directeur-bestuurder. Je hebt veel autonomie. Het betekent wel dat je veel verschillende taken combineert en bijvoorbeeld niet fulltime kan lesgeven, wat op een grote hogeschool wel kan. Maar waar je ook aan de slag gaat, je zult nooit alleen lesgeven. Onderwijsontwikkeling, toetsing, de evaluatie van het onderwijs – je moet van a tot z wat weten. Dat moet je liggen en dat moet je kunnen.’