‘Zelf ook beeldend actief blijven om geen starre docent te worden’

Van huis uit steenhouwer, gaf ze jaren scholing in kunstonderwijs aan leraren in het basisonderwijs. Nu leert ze alweer jarenlang hbo-studenten om, in haar eigen woorden, ‘te denken met hun handen’. Ze combineert haar docentschap met diverse neventaken op de hogeschool én een eigen atelier.

Nicole Martinot

Nicole Martinot

Docent 3D-vormgeving

Artez University of the Arts

Unieke situatie

‘Na een verhuizing van Amsterdam naar Wehl heb ik ArtEZ zelf benaderd om te kijken of we wat voor elkaar konden betekenen. Resultaat was dat ik twee jaar lang gastdocent bij steenhouwen was. Ik kan me mijn eerste lessen nog goed herinneren. Het is natuurlijk een stoer vak waarin je met grote apparaten aan de slag bent, samen met de studenten. Een redelijk unieke situatie deed zich voor: de studenten maakten zich hard voor een vaste vrouwelijke docent erbij. Het balletje ging rollen en sinds 1991 heb ik een vaste aanstelling als docent bij ArtEZ. Ik heb dit altijd gecombineerd met mijn eigen atelier, van waaruit ik in opdracht werk en deelneem aan tentoonstellingen. Door ook zelf beeldend bezig te blijven, word je geen starre docent in mijn ogen.’

Karaktervormend

Ze wil haar studenten leren denken met hun handen, niet met hun hoofd. ‘Wat uit je handen komt, is altijd verrassend. In tegenstelling tot naar een eindbeeld toewerken dat al in je hoofd zit. Ik word er blij van als het lukt om studenten vleugels te geven en te zien dat ze zichzelf verrassen. Onze opleiding is bovendien heel karaktervormend. De hamvraag is continu: wie ben ik en wat heb ik de wereld beeldend te vertellen? Studenten reflecteren permanent op wat ze doen en op hun opvattingen op de wereld. Het is mooi om ze daarbij te mogen begeleiden.’ Die begeleiding biedt ze niet alleen als docent. Ze is ook afstudeerbegeleider van vierdejaars studenten. Daarnaast is ze mentor van de deeltijd vierdejaars. ‘Een groep van 15 personen die je volgt in hun ontwikkeling. Zowel persoonlijk als wat de opleiding betreft, sta je ze waar nodig bij.’

Er is altijd een weg

Een paar jaar terug pasten ze met het team het curriculum aan: ‘Studenten hebben nu veel meer keuzemogelijkheden, we bieden diverse specialisatieprogramma’s en gaan meer op pad, naar buiten, voor activiteiten op inspirerende locaties.’ Ze stond ook aan de wieg van het interfacultaire programma, waarin studenten van verschillende richtingen samen een productie maken. Typisch voor het kunstonderwijs vindt ze het denken in mogelijkheden: ‘In principe kan alles. Wanneer je creatief denkt, is er altijd een weg. Dat merk ik ook als medewerker. Heb je een goed of leuk idee, dan is er altijd de mogelijkheid om dit uit te voeren. Zo wilde ik de derdejaars graag de kans geven om echt te exposeren; in museum Het Depot in Wageningen is dat gelukt.’

 Volop reuring

Wezenlijk voor een docent vindt ze plezier hebben in het overdragen en je goed kunnen inleven in de ander. ‘In mijn vak is snappen hoe creativiteit werkt, van idee tot eindproduct, uiteraard ook essentieel. En flexibiliteit is hier belangrijk; je weet regelmatig ’s ochtends niet wat er ’s avonds gebeurt.’ Daar krijg je veel voor terug, ook als je in een andere functie dan docent aan de slag gaat binnen het kunstonderwijs: ‘Er is altijd reuring, je zit midden tussen de makers en ontdekkers, je ogen gaan letterlijk open. Je wordt je hier heel erg bewust van je zintuigen en waarneming. Dat geeft mij veel plezier en dat zie ik ook terug bij mijn collega’s.’